VEELGESTELDE VRAGEN

Veelgestelde vragen over boezemfibrillatie (BF)

Wanneer u met uw arts praat, kunt u dit document bij de hand houden

Wanneer u met uw arts praat, kunt u dit document bij de hand houden.

Wanneer u met uw arts praat, kunt u dit document bij de hand houden

DOWNLOAD DE GIDS

Para consultar con tu médico, puedes guiar la conversación con el siguiente documento:

Hier vindt u antwoorden op de meest gestelde vragen over boezemfibrillatie.

Buscar

Meer informatie over boezemfibrillatie (BF)


Het opsporen en meten van boezemfibrillatie (BF) kan een uitdaging zijn. Uw arts kan een of meer van de volgende tests gebruiken om te bepalen of u boezemfibrillatie hebt:

  • Elektrocardiogram (ECG)
  • Stresstest
  • Holter-monitor
  • Implanteerbaar hartmonitoringssysteem

Elektrofysiologie is het medisch specialisme dat hartritmestoornissen zoals BF behandelt.

Wanneer dit niet tijdig wordt behandeld, hebben mensen met BF tot vijf keer meer kans op een beroerte en een hogere kans op het ontwikkelen van hartfalen1. Bovendien kan BF, als gevolg van ineffectief hartpompen, andere hartritmeproblemen en chronische vermoeidheid veroorzaken.

1Fuster, et al. Journal of the American College of Cardiology. 2006; 48:854-906

Medicijnen worden beschouwd als de eerstelijnsbehandeling voor boezemfibrillatie (BF). Deze medicijnen kunnen bij veel mensen heel goed werken. Er zijn echter nieuwe medische technologieën die patiënten verschillende behandelingsmogelijkheden kunnen bieden wanneer de medicijnen niet werken.

Boezemfibrillatie (BF) kan een ernstige medische aandoening zijn die moet worden behandeld, ongeacht het niveau van de symptomen die u ervaart. Zonder effectieve behandeling kan BF beroertes, hartfalen of andere gezondheidscomplicaties veroorzaken. Als uw AF niet verbetert na het gebruik van antiaritmische medicijnen, moet u met uw arts overleggen of een katheterablatieprocedure de volgende stap voor u is of niet.

  • Medicijnen om de hartslag of het hartritme te beheersen.
  • Antistollingsmedicatie om de vorming van bloedstolsels te voorkomen.
  • Cardioversie (elektrische schok die aan het hart wordt toegediend) terwijl de patiënt is verdoofd, of met medicijnen, om een abnormaal hartritme weer te normaliseren.
    Katheterablatie om abnormale elektrische paden in het hartweefsel te beëindigen (ableren).
  • Pacemakers en defibrillatoren (implanteerbare hartapparaten), om boezemfibrillatie in een vroeg stadium op te sporen en te behandelen en het begin ervan te onderdrukken.
  • Minimaal invasieve chirurgische ablatie (alleen boezemfibrillatie) of openhartchirurgie (in combinatie met andere hartoperaties) om letsels te creëren die de abnormale elektrische circuits die boezemfibrillatie veroorzaken, blokkeren.

Implanteerbare apparaten


Wanneer mensen verwijzen naar een pacemaker, bedoelen ze het systeem, namelijk de pacemaker en de geleidingsdraden.

  • Een traditionele pacemaker is een klein apparaat dat onder de huid wordt geïmplanteerd, meestal vlak onder het sleutelbeen. Het apparaat dient therapieën toe voor de behandeling van onregelmatige, onderbroken of trage hartslagen.
  • Geleidingsdraden zijn dunne, zachte, geïsoleerde draden, ongeveer ter grootte van een spaghettisliert. De geleidingsdraden voeren de elektrische impuls van de pacemaker naar uw hart en verstrekken informatie over de natuurlijke activiteit van het hart aan uw pacemaker.

Voor de ingreep voor het implanteren van een pacemaker is geen openhartoperatie nodig en de meeste mensen mogen binnen 24 uur weer naar huis. Voorafgaand aan de operatie kunt u medicijnen krijgen waar u slaperig van wordt en waar u zich comfortabel van gaat voelen. De ingreep wordt over het algemeen uitgevoerd onder plaatselijke verdoving.

Wanneer mensen verwijzen naar een implanteerbare cardioverter-defibrillator, verwijzen ze naar een systeem: de defibrillator en de geleidingsdraden.

  • Een pulsgenerator (defibrillator) werkt als een kleine computer en controleert continu het hart en geeft automatisch elektrische pulsen of schokken af om het snelle hartritme te corrigeren.
  • Dit is een klein apparaat, ongeveer zo groot als een lucifersdoosje, dat meestal net onder uw sleutelbeen wordt geïmplanteerd. Geleidingsdraden zijn dunne, zachte, geïsoleerde draden, ongeveer ter grootte van een spaghettisliert. Ze worden door een ader in uw hart geplaatst en verbonden aan de defibrillator. Geleidingsdraden voeren de elektrische impuls van de defibrillator naar uw hart en sturen informatie over uw natuurlijke hartactiviteit terug naar de defibrillator.

Als uw arts heeft gesuggereerd dat u een ICD nodig hebt, kan het zijn dat u een abnormaal hartritme (aritmie) hebt of dreigt te krijgen, bekend als ventriculaire tachycardie of ventriculaire fibrillatie. Deze potentieel fatale snelle ritmen kunnen een acute hartstilstand (SCA) veroorzaken, die tot de dood kan leiden als deze niet onmiddellijk worden behandeld.

Een implanteerbare defibrillator is ontworpen om uw hartritme 24 uur per dag te bewaken. Als uw hart te snel of onregelmatig klopt, stuurt het apparaat eerst elektrische signalen om uw hartslag te corrigeren. Als de snelle hartslag (tachycardie) aanhoudt, dient de defibrillator een elektrische schok toe om de normale hartslag te herstellen. De implanteerbare defibrillator kan ook worden gebruikt voor trage hartritmen door elektrische impulsen naar het hart te sturen om het te corrigeren. Uw arts programmeert de ICD om de meest effectieve therapieën toe te dienen voor uw hartaandoening.

De implantaatprocedure voor een defibrillator vereist geen openhartoperatie en de meeste mensen gaan binnen 24 uur weer naar huis. Voorafgaand aan de operatie kunt u medicijnen krijgen die u verdoven en waar u zich comfortabel van gaat voelen. De ingreep wordt over het algemeen uitgevoerd onder plaatselijke verdoving.

De implantatieprocedure omvat over het algemeen de volgende stappen:

  • Er wordt vlak onder uw sleutelbeen een kleine insnijding van ongeveer 5 tot 10 cm gemaakt
  • Er worden een of twee geleidingsdraden door een ader in uw hart geleid en de geleidingsdraden worden aangesloten op de implanteerbare cardioverter-defibrillator
  • Een eenkamer-ICD houdt in dat één geleidingsdraad in de onderste rechterkamer (ventrikel) van het hart is gevoerd. Een tweekamer-ICD houdt in dat er ook een geleidingsdraad in de bovenste rechterkamer (atrium) van het hart is gevoerd.
  • De pulsgenerator (defibrillator) wordt onder uw huid geplaatst en de insnijding in uw borst wordt afgesloten.

De term CRT-apparaat (cardiale-resynchronisatietherapie) verwijst eigenlijk naar het systeem: het CRT-apparaat en de geleidingsdraden.

  • Een CRT-apparaat is een klein apparaat dat onder de huid wordt geïmplanteerd, meestal vlak onder het sleutelbeen. Het apparaat dient therapieën toe om de pompactie van het hart te coördineren en behandelt snelle, onregelmatige of lage hartritmes, afhankelijk van het type CRT-apparaat. Dit apparaat wordt ook wel een hartfalenapparaat, een pacemaker voor hartfalen, een biventriculair apparaat, een CRT-apparaat met drie geleidingsdraden, een CRT-P (pacemaker) of een CRT-D (defibrillator) genoemd.
  • Geleidingsdraden zijn dunne, zachte, geïsoleerde draden, ongeveer ter grootte van een spaghettisliert. De geleidingsdraden voeren de elektrische impuls van het CRT-apparaat naar uw hart, en sturen informatie over de hartactiviteit naar het CRT-apparaat.

U kunt de meeste of alle activiteiten hervatten na het herstel van een implantaatprocedure. Uw arts zal u echter vragen bepaalde activiteiten te vermijden, zoals ruwe contactsporten. Zorg ervoor dat u uw beoogde activiteiten en levensstijl met uw arts bespreekt om tot een plan te komen dat het beste voor u werkt.

Het is onwaarschijnlijk dat metaaldetectors (detectiepoortjes en draagbare detectiestaven) en full-bodyscanners (millimetergolfscanners of 3D-scanners) die onder andere te vinden zijn op luchthavens, invloed zullen hebben op de implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD).

Om bij screenings het risico op tijdelijke storing van uw ICD te minimaliseren mag u niet stoppen of treuzelen in een beveiligingspoortje. Loop op normale snelheid door het poortje. Als de beveiligingsbeambte een draagbare detectiestaaf gebruikt, vraagt u hem of haar om deze niet boven uw geïmplanteerde defibrillator te houden of heen en weer te zwaaien over uw ICD. U kunt ook vragen of u gefouilleerd kan worden als alternatief.

Als u zich zorgen maakt over deze beveiligingsmethoden, kunt u de id-kaart van uw apparaat laten zien en vragen om een alternatieve controle. Volg vervolgens de aanwijzingen van het beveiligingspersoneel.

Hoewel de meeste elektromagnetische velden in de thuisomgeving zelden van invloed zijn op de werking van een implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD), wordt aanbevolen om voorwerpen met magneten op een afstand van ten minste 15 centimeter van uw geïmplanteerde apparaat te houden.

Katheterablatie


  • Symptomen verlichten en de kwaliteit van het leven verbeteren.
  • Bloedstolsels voorkomen en zo het risico op beroertes verminderen.
  • Uw hartslag controleren zodat de ventrikels (onderste kamers van het hart) voldoende tijd hebben om zich volledig met bloed te vullen.
  • Uw hartslag herstellen zodat atria (bovenste kamers van het hart) en ventrikels effectiever kunnen samenwerken.

Er zijn verschillende redenen waarom uw arts een ablatieprocedure kan aanbevelen:

  • Patiënten met paroxysmale boezemfibrillatie (PBF) hebben betere resultaten als ze vroeg worden behandeld met ablatie2.
  • BF is een progressieve aandoening3. Sommige patiënten die met ablatie werden behandeld, hadden een kleine ziekteprogressie in vergelijking met degenen die alleen medicijnen kregen4.

2 Bunch TJ, et al. Increasing time between first diagnosis of atrial fibrillation and catheter ablation adversely affects long-term outcomes. Heart Rhythm. 2013; Sep; 10(9):1257-62.
3 de Vos CB, et al. Progression from paroxysmal to persistent atrial fibrillation clinical correlates and prognosis. J Am Coll Cardiol. 2010; Feb 23; 55(8):725-31.
4Jongnarangsin K, et al. Effect of catheter ablation on progression of paroxysmal atrial fibrillation. J Cardiovasc Electrophysiol. 2012; Jan; 23(1):9-14.

  • De symptomen verlichten en de kwaliteit van leven verbeteren.
  • Bloedstolsels vermijden om het risico op beroertes te verminderen.
  • Uw hartslag controleren om de ventrikels (onderste kamers van het hart) voldoende tijd te geven om zich volledig met bloed te vullen.
  • Uw hartslag herstellen zodat atria (bovenste kamers van het hart) en ventrikels effectiever kunnen samenwerken.

Cryoballonablatie en radiofrequentie-ablatie hebben aangetoond dat ze paroxysmale boezemfibrillatie (PBF) effectief behandelen, waardoor de symptomen en de kwaliteit van leven van veel patiënten worden verbeterd6. Meestal, na AAM, hoe eerder de PBF wordt behandeld door ablatie, hoe groter het succes van de therapie. Natuurlijk is de ervaring van elke patiënt anders. Soms hebt u na de procedure nog steeds een aritmie en moet u de procedure misschien herhalen. Het kan ook zijn dat u medicatie moet blijven gebruiken. Raadpleeg uw arts hierover en stel eventuele vragen.

6Calkins H, et al. 2017 HRS/EHRA/ECAS/APHRS/ SOLAECE expert consensus statement on catheter and surgical ablation of atrial fibrillation: executive summary. Heart Rhythm. 2017; Oct; 50(1):1-55.

Cryoballonablatie wordt vaak beschouwd als een veilige en effectieve behandeling voor paroxysmale boezemfibrillatie (PBF) na het gebruik van antiaritmische medicijnen (AAM) 5. Het is een minimaal invasieve procedure, wat betekent dat het niet nodig is om de borstkas te openen of grote incisies te maken. Het meest voorkomende probleem is lokale irritatie of bloedingen op de plaats van de incisie. Het risico op ernstigere complicaties is laag, maar u moet met uw arts overleggen of de procedure geschikt is voor uw aandoening.

5 Packer DL, et al. STOP AF Cryoablation Investigators. Cryoballoon ablation of pulmonary veins for paroxysmal atrial fibrillation: first results of the North American Arctic Front (STOP AF) pivotal trial. J Am Coll Cardiol. 2013; Apr 23; 61(16):1713-23. 13 Calkins H, et al. 2017 HRS/EHRA/

Uw arts kan enkele routinetests aanvragen, zoals elektrocardiogrammen (ECG), röntgenfoto’s, bloedonderzoek en transesofageale echocardiografie op de dag van de ingreep, als u die niet van tevoren hebt gehad. In de meeste gevallen wordt u gevraagd om na middernacht voor de ingreep niets te eten of te drinken.

Uw arts zal u aanraden om door te gaan of te stoppen met de medicijnen die u gebruikt. Informeer uw arts over veranderingen in uw gezondheid vóór de procedure.

Een elektrofysioloog (EF) is een cardioloog die is gespecialiseerd in hartritmen en katheterablatieprocedures uitvoert. U krijgt vloeistoffen en eventueel benodigde medicijnen via een intraveneuze (IV) lijn die in uw arm wordt ingebracht. U wordt voor de ingreep onder narcose gebracht of krijgt een verdoving.

U wordt lokaal verdoofd op de plaats waar de ablatiekatheters worden ingebracht. In de meeste gevallen wordt de katheter via het grote bloedvat in uw lies ingebracht (katheterisatie). Bloedvaten in uw arm, borst of nek kunnen ook worden gebruikt voor katheterisatie.

De elektrofysioloog zal de katheter voorzichtig door het bloedvat naar de linker boezem manoeuvreren. De katheter in de linker boezem wordt gebruikt om de abnormale elektrische paden in het hartweefsel in kaart te brengen. Wanneer het doelgebied is bepaald, levert het distale uiteinde van de katheter cryo- of radiofrequentie-energie om het abnormale elektrische pad te isoleren dat het boezemfibrilleren veroorzaakt.

Wanneer de procedure is voltooid, worden de katheters verwijderd en wordt er druk uitgeoefend op de plaats waar de katheter is ingebracht om bloedingen te voorkomen.

In de meeste gevallen moet u een nacht blijven voor hartbewaking. U kunt wat pijn op de borst voelen of kneuzingen of pijn op de plaats van inbrenging. Wanneer u thuiskomt, moet u uw activiteit misschien een paar dagen beperken, maar de meeste mensen pakken snel hun gebruikelijke routines weer op. Uw arts zal met u bespreken welke activiteiten u moet vermijden tijdens het herstel.

Wanneer u met uw arts praat, kunt u dit document bij de hand houden

Wanneer u met uw arts praat, kunt u dit document bij de hand houden